Een verre echo galmt in het onderbewustzijn. “ja hij is daar ga maar naar hem toe”. Wie is dat in godsnaam? De deur zwaait open en daar staat de Meltyman. Neef annex grote broer annex trouwe strijder in het Amsterdamse nachtleven. Gedesorienteerd vraag ik wat hij komt doen? “Ik had een gemiste oproep van je en een fiks aantal verontrustende sms’jes vanmorgen op mijn telefoon staan. Daarnaast neem je je telefoon niet op lul”. Als een hittegolf stroomt er informatie weer naar binnen. Als een razendsnelle reconstructie worden de grote lijnen van de vorige avond met zwarte inkt weer teruggeschetst. Paniekzweet breekt me even uit die op onvoorstelbare snelheid omschakelt naar een melige bulderlach.
“Godverdomme”, antwoord ik. Een paar uur eerder hing ik nog boven een porceleinen pot, een tevergeefse poging tot kotsen te doen. De spierpijn is het gevolg van veelvuldig van mijn fiets vallen. Ik zie mezelf nog zitten op een paar stoeltjes voor een kroeg op Koningsplein, mijn neef smeken om hulp, overtuigd dat de overtocht naar mijn huis in Noord mij fataal zal worden. Maar ik ben thuis in deze beschamende positie tegenover de Meltyman die even polshoogte komt nemen van de fysieke en vooral mentale toestand van zijn drie jaar jongere neefje. Ik hijs mezelf snel in een trainingsbroek en lok hem weg uit mijn meurende hol des verderf richting de keuken. “Je was extreem dronken gisternacht maar ik voelde dat ik het veld moest ruimen anders zou ik je cockblocken bij een meisje waar je mee in gesprek was”, legt hij uit. “Maar nu ik zo de berichten las had ik je beter niet alleen kunnen laten”. Ik hoor hem aan maar besluit eerst prioriteiten stellen en mijn spullen na te gaan. Mijn jas ligt op de grond in de huiskamer inclusief een paspoort, telefoon en een lege portefeuille. Tot zo ver geen te grote verliezen dus. “koffie?” vraag ik aan de Meltyman.
De aanvang van deze avond is als volgt. Uitgeverij Lebowski Publishers heeft na jaren besloten
het boek The Rum Diary van Hunter S. Thompson te vertalen voor de Nederlandse
markt. Door de recente verfilming met Johnny Depp in de hoofdrol heeft de
vertaling blijkbaar eindelijk de potentie om ook in de Nederlandse letteren wat geld op te leveren.
Vanavond geeft deze frisse uitgever een screening van de film in Hotel V. Wij
van Van de Kaart zijn daar uiteraard bij aanwezig. Dat is aan onze stand
verplicht!
Een nieuwe ronde met nieuwe kansen. Rudolph Leuverink is
vanavond niet van de partij. Hij mompelde nog iets over een bedrijfsfeestje met
lekkere wijven, maar in werkelijkheid ligt de intimidatie van de vorige ronde
hem nog iets te vers in het geheugen. Ook zijn verlies vastgesteld op zo een
700 euro van de vorige keer speelt daarin naar alle waarschijnlijkheid een doorslaggevende rol.
Ook Vial doet niet mee en blijft veilig in zijn Brabantse heimat hangen vanavond. Nieuwe
versterking komt vanavond in de vorm van de Meltyman. Een terrechte aanwinst
waar hij net als mijzelf een groot liefhebber is van een combinatie van drank
en gonzojournalistiek. Wel is het even gokken vanavond want hij zal zich naar
binnen moeten lullen waar zijn reservering van een plaatsje nog niet honderd
procent zeker is. Oud gediende Zombiekees en Monnaak zijn uiteraard wel weer
aanwezig.
Als ik aankom heeft de Meltyman zich al keurig naar binnen
gesmieselt, met zijn vriendin als plus een daar nog bovenop. Well played sir,
maar de eerste vlaag van deceptie tikt ons meteen alweer om de oren. Monnaak
ging er vanuit dat de rum vanavond kosteloos zou zijn. Niets is minder waar.
Gelukkig is er een bank aan de overkant waar we onze flappen kunnen tappen. De
tweede teleurstelling is het feit dat we op een gemiddelde flatscreen vanavond
naar de film zullen kijken. Geen groot doek of zelfs een beamer komt hieraan te
pas. Akai videolezers. “Hebben die wel blu-ray spelers?” vraagt Zombiekees zich
terrecht af. "Nee man die zijn al failliet sinds 1950, antwoordt Monnaak. Maar hopelijk maakt de film alles goed. Een film overigens waar ik
al godverdomme drie jaar op heb zitten wachten. Tonio van der Heijden leefde
nog toen we uitkeken naar de komst van deze film. Onder het kijken van de fillm
moet ik dankzij het personage Bob Sala ook weer aan mijn persoonlijke fotograaf
denken. Godverdomme wat mis ik die klootzak!
achtergrond: Zombiekees, Hanna Bervoets, Kurt Novells & Monnaak. foto: Nico Dijkshoorn |
Er hangt een vreemde vibe van teleurstelling in de lucht en niet omdat we moeten betalen voor onze drank of op fletse schermen naar de screening moeten kijken. Er zijn andere zaken aan de gang die de moed in mijn schoenen doen zinken. Stap voor stap begint mijn aangeboren cynisme de overhand van mijn zuinig gespaarde positiviteit te krijgen. De dame aan de bar ontbreekt het aan de
Nederlandse taal. Dat is niet erg met Engels komen we er ook wel uit. Ze kan echter daarnaast ook niet hoofdrekenen. Terwijl 2,50 per
flesje bier niet zo moeilijk zou moeten zijn. Ook als ik mn eerste liters bier
kwijt wil valt mij op dat het scheidingswandje tussen urinors en wasbak
doorzichtig is. Wat voor verdomde nut heeft dat hele scheidingswandje dan in godsnaam?!
Maar er is meer vanavond dat mijn irritatie doet vergroten. Zo mag Henk van
Straten voor de film, bij de onderbreking van de film en na de film even een
woordje spreken. Over dat hij niet bij de Nieuwe Revu had gewerkt als het niet
om Hunter ging. Ook een leuk feitje tussendoor dat Hunter stukken van beroemde schrijvers overschreef om te
leren schrijven. Godverdomme van Straten vertel dit soort feitjes gewoon goed
en vertel dat hij het hele boek The Great Gatsby overtypte om te voelen hoe het was om een meesterwerk te schrijven.
Mijn teleurstelling komt al vroeg. foto: Hotel V |
De film op deze fletse schermen valt uiteindelijk zeer tegen. Daar heb je dan als fan drie jaar naar uit zitten kijken. Tonio draait zich op dat moment vier keer om in zijn graf. Het constant passeren van trams buiten doet daar ook niet veel goed aan. Ook Monnaak die rechts van mij alleen maar “berig” mompelt iedere keer als Amber Heard op het scherm verschijnt begint lichtelijk te ergeren. Na de pauze neem ik daarom maar plaats hogerop naast de Meltyman die na een uur van binnen huilen en mij SMS’en nu zijn ongenoegen in mijn oor blijft fluisteren. Van het boek zelf is niet heel veel meer over. Wat over is, wordt in een heel laag tempo verbeeld en is nergens echt spannend. Twee scenes met de locals van San Juan brengt het gevoel uit het boek nog het beste naar boven. Waarom het alterego van Thompson Yeamon volledig uit de film is geschreven blijft ook een raadsel. Deze vroege Dokter Gonzo zorgde nog voor wat leven in de brouwerij. Amber Heard die normaal gesproken niet opkijkt van een beetje naakt blijft ook tactisch kuis met een reverse shot. De hele film lijkt verder geschoten zijn met een budget niet groter dan een Mediteraanse soap. Verder valt er af en toe te lachen om de film, maar het overgrote deel van de lachers zaten al in de trailer. Een aantal schrijfpassages zijn spot on en de LSD scene is nog een beetje surreal. Verder weinig Gonzo door de regisseur Bruce Robbinson, naar het schijnt ooit een groot alcoholist. Jammer.
foto: Monnaak |
Zombiekees lust wel een Rummetje foto: Hotel V |
Nico gaat verbaal hard! foto: Hotel V |
Monnaak, Kurt, Zombiekees & Meltyman. foto: Geert Oosterwijk. |
Nadat de film was afgelopen zag ik mensen op Nico Dijkshoorn afstappen om de Nederlandse vertaling van het boek te signeren. Ik kijk het met groot ongenoegen aan. De ironie wil dat ik later op de avond precies hetzelfde zal doen. Als een dronken poedel vraag ik of Nico wil signeren. Liefst iets vernietigends over dat slappe aftreksel van een film. Hij weigert. Ik had beter moeten weten dan met een woordensmit de strijd aan te gaan en hij trapt me verbaal in mijn klote als ik vraag waarom hij weigert? “Jij vraagt aan mij of je het wil signeren knul”. Uiteindelijk staat erin “hij hield van lood maar nu is hij dood”. Ik kan zeer slecht tegen mijn verlies op dit moment en smijt het boek de trap af. De vriendin van Meltyman pakt het op en stopt het in haar tas.
Arie Boomsma, mooie vent foto: Hotel V |
Teleurstelling bij Melty mag duidelijk zijn. foto: Hotel V |
In het Nachtcafé draaien ze Lionel Richie met het nummer All Night Long. Ik heb het
kenbaar naar mijn zin terwijl James Worthy nog een ronde bier besteld. Hanna
Bervoets die vanavond in mijn vooroordelen alles verkeerd heeft gedaan is er
tot mijn verbazing ook nog. Daarmee dwingt ze toch op dit moment haar respect
af. Anders dan die laffe vijftiger van een Nico die al lang en breed op bed
ligt. Ook Otto Wichers is nog aanwezig. Terwijl ik sta te genieten van onze
Lionel stapt er een dame op me af. Zij kan zich ook prima in Lionel vinden en
vraagt me naar mijn muzieksmaak. Verbaast dat ik nog woorden kan uitbrengen kom
ik uit op Silverchair. “dat is die Australische band toch?” vraagt ze. Mijn
dronken zintuigen zijn met dit antwoord in een klap om. Je hebt mijn volle
aandacht mevrouw waar ik de naam alweer van kwijt ben. Mijn naamgenoot heeft
precies hetzelfde probleem hoor ik een dag later. Opeens hoor ik dat hij
richting huis gaat. Raar vind ik dat. Het is pas kwart over 2. “maar vreemd”,
vervolgt ze: “dat jij van rockmuziek houdt, ik dacht meer dat je een Hip Hopper
was”. Ik kijk vreemd op van die opmerking. Zal wel aan het Rockstar petje
liggen.
James Worthy een ware kroegtijger. foto: Hotel V |
Ik besluit te gaan pissen en daarna zelf een keer een ronde bier te bestellen. Ik pis zo ellendig lang dat de toiletdame alweer terug is van haar rookpauze. Ik mag dus betalen. Ik smijt mijn losgeld naar de grond en strompel naar beneden en bestel nog een ronde bier. Ik begin tegen Worthy te stamelen over onze gemeenschappelijke middelbare school. De context van het verhaal is mij geheel onduidelijk. De sympathieke voetbalhooligan heeft het voor elkaar om dit zwaargewicht eruit te zuipen. Waarschijnlijk is het deze conclusie die uiteindelijk de doorslag geeft tot het besluit dat ik naar huis moet. Het is mooi geweest. de zoektocht naar Gonzojournalistiek heeft hartelijk gefaald, ik ben in tamelijk onbekend gezeldschap en niet meer op mijn gemak. Bovendien weet ik mijn eigen voornaam inmiddels niet meer. Evenmin weet ik waar ik zojuist mijn fiets heb gelaten. Uiteindelijk vind ik hem gewoon keurig voor de deur van het cafe, maar fietsen kan ik allerminst. Het wordt een helse rit en na de zoveelste valpartij begint dit spelletje me zo tegen te staan dat ik een hulplijn wil inzetten. Wat doe ik? Een vriendin bellen? Of een vriend die in de buurt woont? Niemand die het op dit tijdstip (tien over vier) in zijn hoofd haalt deze idioot binnen te laten. Ik besluit dat het die weggelopen neef wordt die me wel uit de brand kan helpen. Niets is minder waar. Dit teleurstellende avontuur zal ik toch op geheel eigen kracht tot een einde moeten brengen...
Uren na mijn wegebbende staat van brakheid begint tot me door te dringen dat de fietstocht naar huis mij even fataal had kunnen worden als bij mijn goede maat Tonio amper twee jaar geleden. Het noodlot stuurde geen lompe taxi’s op me af en de valpartijen waren knullig maar vrij van echte bezering. Hunter S. Thompson heeft de drank en drugs tot hogere kunst verheven. Hier was echter niets maar dan ook niets romantisch aan.
Kurt Novells
No comments:
Post a Comment