Monday, October 3, 2016

De Hemelbestormers [Millennial X]

By: Subtracting
De mentale staat van de nachtbrakers verkeerden in twee totale uiterste. Of dat van het slachtoffer of dat van de hemelbestormer. De afgelopen week was het weer de slachtofferrol. Het enige wat ik daarmee kon doen was zielloos op bed blijven liggen en mijzelf blijven verdoven. Met virtuele entertainment en met Brand. Niet het biermerk Brand. Dat was niet meer verkrijgbaar en overigens toch nooit te zuipen. Maar Brand X: Extra Low Carb. Een chemische drinkbare mix die overgevoelige zintuigen doofde.

Het slachtofferen was een onderdeel van een cyclus. De overdaad aan prikkels in combinatie met teveel plastic rotzooi dat anno 2020 voor voeding door moest, pakte slecht uit op de gemiddelde nachtbraker. Het bioritme was chronisch van slag. Depressie steeg en de millennial zat stelselmatig niet lekker in zijn vel. De oudere generatie keek daar neerbuigend tegenaan en noemde het gekscherend: slachtofferen. Kortom we moesten ons niet zo aanstellen en eens een keer stoppen met op bed liggen. Dat eindeloze pulp kijken op die virtuele brillen en dat Brand X nuttigen was nergens goed voor. Dat patroon ging soms dagenlang door. Maar niets was zo erg als de keerzijde. De high. De revolte! Dan kwam de hemelbestormer naar boven.

Op dinsdag 23 mei 2020 is het slachtofferen wel zo een beetje klaar. Het is ironisch want deze specifieke dag is een slechte dag: Herdenkingsdag. Het is tien jaar later en de tijd lijkt stil te hebben gestaan. Het leven kabbelde tien jaar geleden een beetje voort. Vanaf het moment dat ik uit het studentenvacuüm hoogopgeleid met de realiteit werd geconfronteerd kwam pas de crash. Een structureel probleem waarmee de huidige samenleving een overschot aan slachtoffers tot gevolg had. Men dacht een remedie te hebben gevonden in Brand X. Het smaakte bitterzoet. Het was ongebruikelijk om naar buiten te gaan. De meeste slachtoffers zagen daar geen toegevoegde waarde in. Boodschappen werden huis aan huis bezorgd. Zelfs de interactie met een bezorger was er niet meer. De dagelijks benodigde waren kwamen in dozen via geautomatiseerde luchtschachten op de mat.

Ik had slecht geslapen. Tot diep in de nacht had ik nog een telefoongesprek gevoerd dat ik eigenlijk niet had moeten voeren. “Je blijft altijd het vriendje waarvan ik hoopte dat het zou gaan werken Xedric. Maar die fucked up issues van ons. Het is beter zo. Tot over dertig jaar als we elkaar weer random tegen komen” Dit was de laatste keer spraken we af, voorlopig. Toen ik ophing viel de datum van de aan-staande dag op het scherm. Pas op dat moment drong de datum weer tot mij door. Hoe de tijd daar zo langzamerhand in slijt. Ik schrok bij die gedachte. Ik voelde mij schuldig bij het idee dat het rouwverdriet in tien jaar tijd afnam. Zowel het telefoongesprek als de dag deed mij veel. Een goed teken, want als ik wat voelde, positief of negatief, dan was ik weer aan de betere hand. Mijn wekker gaat af op het nummer O Children van Nick Cave and the Bad Seeds.

 ~O Children~ 
~Lift up your voice, lift up your voice~ 
~O Children~ 
 ~Rejoice, rejoice~ 

 Ik kom overeind. Naast mij ligt mijn virtuele bril. Ik kan mij niet meer herinneren wanneer ik heb vannacht heb afgedaan. Maar het is blijkbaar toch weer gelukt. Wat een dag ook gisteren weer. Tien uur achter elkaar in een nucleaire wereld van Fallout doorgebracht, vind je het gek dat je dan zo van de wereld bent? De spelreeks is al tweeëntwintig jaar praktisch hetzelfde qua opbouw. Maar blijft een van mijn favoriete langlopende series. Vandaag stap ik uit deze cyclus en ga ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens naar buiten. Op bezoek bij Jonfen. Sinds mijn tienerjaren een van mijn vier beste vrienden. Nog drie vrienden zien elkaar eens in de zoveel tijd. De vierde herdenken we na tien jaar. 

Het is aan het einde van de dag als ik opsta. Een perfecte tijd om rustig voor te bereiden op de buitenwereld. Het hele huis is donker. Mijn slaapkamer is tegelijkertijd mijn woonkamer. Mijn woonkamer gebruik ik alleen bij visite en visite heb ik nooit. Voor het eerst in dagen begeef ik mij naar de badkamer. Ik kijk in de spiegel. De baard kan er nog mee door. Ik neem een korte lauwe douche en kleed mij daarna aan. Het vaste kostuum. Een zwarte broek en een donkergrijs shirt. Ik loop terug naar de ruimte van mijn troosteloze woonkamer en keuken. In de keuken gluur ik door de luxaflex uit het raam van mijn flat. De zon gaat alweer bijna onder. Een goed teken. Ik zet koffie en drink ontbijt uit een zakje. In de keuken zet ik weer de virtuele bril op en neem het nieuws door. Iets wat ik beter niet kan doen, ik word daar alleen maar gefrustreerd van en kan het dan meestal weer niet laten met vreemden live in discussie te gaan. Het is een strijd die je toch nooit wint. “We willen ook niet winnen” mompel ik. Ik drink snel mijn koffie op en sluit het nieuws weer af.

Ik keer nog een keer terug naar de badkamer om mijn tanden te poetsen. Weer kijk ik naar een bleek en somber evenbeeld. Ik ben er helemaal niet klaar voor om naar buiten te gaan. Ik voel heel veel sombere gedachten opkomen en twijfel of ik niet gewoon op bed weer moet gaan liggen, al is het maar heel even. En waarom zou ik dit jaar niet gewoon overslaan? Waarom houden we deze traditie eigenlijk nog in stand? Ik en Jonfen zijn toch de laatste jaren die hier nog mee doorgaan. De andere twee haken steeds af. Ik schud de negatieven gedachten van mij af. Niet zo aanstellen. Van een stoel die als kapstok dient, grijp ik mijn lange zwarte jas aan met een diepe capuchon en loop de hal uit richting de voordeur. Vanaf de overloop neem ik zo onopvallend mogelijk de lift negen verdiepingen omlaag.

No comments: