Wednesday, April 22, 2009

Hersendood

Grootvader.
Op dinsdagavond iets over twaalven drinken vier mensen een glas tequila op een moment van twee uitersten. Rouwen en iets vieren gaan heel vreemd samen. De ochtend erop valt de kater zwaar. Om tien over twaalf gisteravond is hij officieel overleden. Die tien minuten na middernacht ben ik tegelijkertijd ook jarig.

In februari viel het woord kanker voor het eerst als een werkelijk schokkende betekenis.Waar ik het in mijn puberjaren te (on)pas en te onpas kon roepen, kwam het woord slokdarmkanker nu toch hard aan. Het was het eerste moment van voorbereiding van een rouwproces en het normale leven ging even later gewoon weer verder. De dagen waarin ik hem zag, zag hij er betrekkelijk goed uit. Van het verwachtingspatroon van een lijkbleek ziek uiterlijk was in ieder geval geen spraken. Zelf had hij het doemscenario ook al in zijn hoofd en liet dit openlijk blijken. Geëmotioneerd zei hij te zijn over de situatie. Na het vertellen van de informatie van de dokter vroeg hij daarna gewoon weer verder over school. De conclusie van mijn schoolprestatie was zoals deze de afgelopen jaren waren: Ik moest op het moment nog even ‘een tandje hoger’ en dan kwam alles uiteindelijk goed.

Mijn volgende bezoek was thuis. Aan kunstmatige voeding door de neus, maar wel thuis. Zondagochtend met de familie aan de koffie, hij enkel aan een beetje water. Meer kon hij niet drinken door de tumor. Verlangen werd er uitgesproken om 'straks' weer een kopje koffie te kunnen drinken of een glaasje fris. Opnieuw zag hij er betrekkelijk goed uit. We spraken van alledaagse dingen en keken vooruit naar de operatie.

De laatste ontmoeting was na de operatie. Deze was geslaagd. Het was een zware ingreep, maar veel machines en slangen waren alweer afgekoppeld en hij zag er opnieuw goed uit in deze situatie. Wederom beter dan ik van te voren had ingeschat. Dit keer was hij kenbaar onzeker over zijn uiterlijk. Alsof het ook maar iets uitmaakte op dit moment dat hij zich niet geschoren had vanochtend. Ik verzekerde hem dat hij er echt prima uitzag. Ik was stil vandaag. Hij richtte zich weer tot mij en vroeg naar mijn stilte. Ik begon weer over wekelijkse dingen te praten. We bespraken wat losse grapjes en hij verwees naar het gesprek van de koffie. "je weet wat ik gezegd heb toen: god wat ben ik blij als ik weer een kopje koffie kan drinken straks". Hij was vandaag voor het eerst in vier maanden aan de limonade en opgelucht iets zoets te kunnen proeven.

Het kopje koffie drinken samen is er niet van gekomen. De dag na het ziekenhuisbezoek werd ik gegrepen door een zware buikgriep en na mijn herstel een week later ben ik niet meer op bezoek geweest. Die laatste kans heb ik gemist. De eerst volgende keer dat mij gevraagd werd weer mee te gaan, volgde de boodschap dat het eigenlijk al te laat was: Hij was hersendood. Vier dagen eerder, inmiddels weer thuis gewoon aan de koffie, was hij onwel geworden en kreeg hij een hartaanval. Mijn ouders waren op dat moment net een half uur geleden vertrokken en konden niet per direct hun EHBO-diploma toepassen. De doctoren hebben vier dagen lang de lichaamsactiviteiten weer op pijl proberen te krijgen, maar de hersenen waren te ver beschadigd. Terwijl ik het woord 'hersendood' langzaam registreer en verwerk besluit ik niet mee te gaan naar het ziekenhuis. De beelden van mijn laatste bezoek en de limonade flitsen op dat moment door mijn hoofd. Uit steun ga ik uiteindelijk toch nog mee met de familie naar het ziekenhuis, maar de IC hoef ik zelf niet op. Hersendood betekend voor mij al dood. Ik wil het positieve beeld hierdoor niet laten verstoren.

Waarom ik de woensdagochtend niet op tijd mijn bed uit ben gekomen om een kop koffie te drinken blijft nou mijn eeuwige berouw.

1 comment:

Arantxa said...

Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen behalve dat je dit erg mooi geschreven hebt. Je hebt me sprakeloos. Gecondoleerd.