Friday, October 7, 2016

De Hemelbestormers [Terug in de stad]

By: Subtracting
Vanaf station de Postjesweg moeten we even goed oppassen. Het is inmiddels alweer licht. Het daglicht is heel erg wennen en we drie staren nog een beetje schichtig naar de grond. In het station leggen we de stalen rossen aan een grote ketting. Wie weet maken meerdere nachtbra-kers gebruik van deze route. We nemen de trap naar beneden en klimmen over de dichte poortjes. Dit gaat makkelijker dan gedacht. Pie staat bij de uitgang te wachten en deelt stadspassen en zonne-brillen uit:  
“Dacht al dat jullie die zouden vergeten, welcome to the broad daylight!” 

 Hij is strak in pak gekleed. Een ontwikkeling van de laatste jaren. Wij moeten daar nog altijd aan wennen en steken slordig tegen hem af. Mochten we tegen controle aanlopen dan zijn we vanaf nu veilig. We schudden ieder Pie de hand:

“Lang geleden man. Alles goed?” 
 “Hangt er vanaf jongens, maar dat leg ik later uit. Kom we gaan naar de oude woning.”



We lopen zo onopvallend mogelijk richting de Nepveustraat. Het daglicht was nog steeds onwennig. Het voelt gek om hier terug te zijn. We zijn hier in tien jaar niet meer geweest. Pie heeft de oude studentenverdieping opgekocht. Merendeels om de tegenpartij te dwarsbomen of om wraak te nemen op de oude huisjesmelker van een huisbaas. Na zijn Bitcoinslag is hij daartoe in staat. De melkert kon het bedrag niet weigeren. De buurt is niets van wat het tien jaar geleden was. Overal zijn inmiddels hele hippe winkels. Na het tiende koffiebarretje in de straat verlies ik mijn zelfbeheersing:
“Dit kan je alleen in fictie schrijven toch?” roep ik.
Pie kijkt ernstig:
“Dat zou je denken he?” 
“Je eigen stad niet meer herkennen als geboren Amsterdammer, ik blijf het gek vinden”, zegt M. “Laten we naar binnen gaan dan leg ik uit wat er aan de hand is”, zegt Pie.

 Zo is het dat we opeens weer voor het appartement staan. Pie doet de deur open en we nemen de trap naar boven naar de eerste verdieping. Binnen het appartement valt heel even een diepe stilte. Bij Jonfen gaan de tranen over zijn wangen:
“Goed dat je dit hebt gedaan Pie. Stel je voor wat ze hiermee hadden kunnen doen.” 
“Dat is juist het punt. Dat hebben ze gedaan toen ik in Duitsland zat.” 
“Huh, maar... Dat kan toch niet zomaar?” 
 “Zou je denken. Het wordt mooier. Maar jullie kunnen beter eerst gaan zitten. Hier neem een biertje dat eens een keer niet over de datum is. Zal jullie goed doen.” 

Pie loopt naar de ijskast en haalt daar vier halve literblikken uit.
“Uit blik ja. Het is was he.”
 We gaan op de bank zitten en proosten op het samenzijn. Na een flinke eerste slok begint Pie aan zijn verhaal. Maar al snel raakt hij te erg van slag:
“Wacht. Laat ik het interview opzetten. Ik zal het even opzoeken.” 
Via zijn device speelt hij het interview af. We horen een korte aankondiging van een nieuwe film met de titel: de Elite Dood gemaakt door de beroemde regisseur Joseph Haden, vader van onze vriend. Pie spoelt een stukje door. Op een projectie op de muur kijken we naar het fragment. Het is een telefonisch interview, gezien de kunstenaar na het tragische ongeluk in 2010 heeft besloten niet meer in het openbaar te verschijnen.

Interviewer: Elite Dood was blijkbaar uw zoon's internetalias: ooit met hem gesproken over die vreemde keuze? 
Joseph Haden: Met zijn internetalias werd ik pas na zijn overlijden mee geconfronteerd. Geen idee wat hij met Elite Dood bedoelde. Het komt op mij op z'n minst dubbelzinnig over. Wenst hij de elite, wat dat ook moge zijn, een wisse dood toe? Of constateert hij, niet zonder smart, dat de elite dood is? Of moeten we het lezen als 'elitedoden', met in ons achterhoofd de titel van een verhaal van James Joyce: The Dead.'De Elite dood.' Geen idee. Politiek was hij nogal gematigd, dat wil zeggen: fel tegen de christendemocratie. 
Interviewer: De uithuizige zoon, de zoon die de laatste jaren apart woonde, had u daar kijk op? De inkijk bij de beweging die zich ook toevalligerwijs de Elite Dood noemt, geeft via foto's en anekdotes een karakterschets. Deze toont de kroegtijger, de festivalgek, de gamer, de blower. Was hij gedeeltelijk een vreemde geworden? En daarnaast hebben wij verder na 2011 nooit meer iets van die beweging vernomen. Nu komt u juist met een film met diezelfde titel. Hoe is dat gegaan? 
Joseph Haden: Vrienden van mijn zoon gaven kort na zijn dood aan iets in het teken van zijn leven te willen gaan maken. Daar is het niet van gekomen. Zijn beste vriend verspreidt nu de leugens dat we dit proces hebben gedwarsboomd, niets is minder waar, dus ik begrijp die vijandigheid niet. Mijn assistent zou hulp aanbieden, ik zou mijn input geven. Een andere vriend viel mij per open brief aan op het internet en gaf alvast een voorschot op wat er aan mijn werk niet zal deugen, hierin niet gehinderd door het aanschouwen van mijn werk. We mogen niet uit het oog verliezen dat onder die club hemelbestormers zich ook weer aspirant-artiesten bevinden, die mij als veteraan het liefst uit de weg zouden ruimen. Een vadermoord op de vader van je verongelukte vriend, dat is natuurlijk wel heel erg kras, maar niets valt uit te sluiten, we leven in een rare wereld. Mijn werk gaat in ieder geval deze week in première, na een lange tijd aan mediastilte. In tegenstelling tot deze jongens en dat eeuwige aangemodder, is dit werk wel gewoon voltooid.

 Ik begin te vloeken en te tieren en ijsbeer ongeduldig door de huiskamer. M. en Jonfen blijven verslagen zitten:
“Dat kunnen ze toch niet zomaar doen?” 
“Ze kunnen alles. Je kan het zo gek niet verzinnen. Welkom in de moderne wereld.” 
“Kunnen we het niet tegenhouden?” 
“Morgenavond gaat het in première. Heb je de honderde Abri's nog niet gezien? En welke nieuwskanalen kijken jullie?” 
“Wij wonen niet in Fort JUP vriend. Wij worden letterlijk buitengesloten. Het is dat je mij gisteren opbelde, anders wisten wij van ham 'n eggs.” Zegt M. tegen Pie.
“O. Ja ik moet nog even een nieuw programmaatje op jullie devices instellen, kunnen jullie weer meegenieten van de satire die in dit bolwerk als nieuwsfeiten door moet gaan.” 

 Ik smijt een leeg blik door de kamer:
“Shiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit.” 
“Rustig Xedric. All is not lost” zegt Pie.
“Wat dan?” 
“We gaan gewoon naar die première toe. Dat is onze missie voor morgen.” 
“Erm en hoe denk je dat we daar binnen komen?” vraagt Jonfen.
“Ik heb aan wat digitale systemen van ze zitten rammelen en al eeuwen terug wat kaarten uit het systeem gerausd. Het was een simpele transactieloop geweest en die rotjuppen zullen denken dat ze allemaal de mooiste plekken hebben. Maar dat is mooi niet zo. Dat wordt dus nog een mooi feest zo. Wij hebben ieder geval mooie plaatsen en het staat allemaal op de tickets. Voor ze dat allemaal met terugwerkende kracht hebben gecontroleerd is de voorstelling allang voorbij.” 

 Ik herwin alweer wat van mijn optimisme:
“Vanavond dus?” 
 “Jazeker. Vandaag alle tijd om voor te bereiden. Laten we vandaag eens weer ouderwets weer eens een marathon in gaan.” 
 “Oke, vet. Hoe laat gaan we op pad?” 
“Laten we na deze biertjes gaan. Vroeg beginnen. Laat eindigen.” 
“Cool.”

No comments: